Vijgentaart

Het is december en ik kijk naar mijn recente collage. Ik zie op drie plekken vijgentaart, de beelden zijn bijna omgeven door vijgentaart. Vier jaar geleden had ik ook vijgen op mijn collage gemaakt. Er ‘moesten’ zelfs twee dezelfde beelden van vijgen naast elkaar. En ook een vijg op een bord. Het beeld van de vijgentaart heb ik toen ook in mijn handen gehad maar ging terug in de bak met papier.

Wat is het toch met die vijgen? Waarom staan ze op mijn collage? Vijgen zijn voor mij vruchten die ik associeer met de oudheid en met het Midden Oosten. Ik ga op zoek om iets te snappen van wat voor mij van betekenis is in mijn huidige leven.

Het eerste beeld wat in mij opkomt is dat van Adam, zijn mannelijkheid bedekkend met een vijgenblad. Mijn verbeelding van hoe het verhaal van Adam en Eva ‘in mijn bloed zit’, is al van meer dan vijftien jaar geleden. Twee kleine collages die bij elkaar horen en die me nog steeds dierbaar zijn. In het verhaal over Adam en Eva in het paradijs, onderdeel van een mythe over de oorsprong van de mens, heeft Eva van de verboden appel gegeten. Ze verleidt Adam dit ook te doen. Hij eet van de appel, echter bij hem blijft een stukje van de appel in zijn keel steken. De verdikking in de hals die bij veel mannen zichtbaar is, is later Adamsappel gaan heten.

Stonden Adam en Eva misschien onder een vijgenboom? En de vraag komt in  mij op; waren er in de tijd van Adam en Eva wel appels? Op internet vind ik dat ik Genesis inderdaad staat dat “Adam en Eva in hun naaktheid lendenschorten maakten van aaneengehechte vijgenbladeren”. Deze vijflobbige bladeren waren zo groot dat ze konden worden gebruikt als kleding. Ik vervolg mijn klein onderzoek op internet. Ik lees dan dat de voor Adam en Eva begeerlijke vrucht nergens in het verhaal ‘appel’ wordt genoemd, maar dat er sprake is van een vertalingskwestie; de Latijnse vertaling van de Bijbel  gebruikte voor de boom der kennis van goed en kwaad het woord ‘malum’, en dit woord betekent ‘kwaad’, maar ook ‘appel’. Ik vind ook nog dat in het Hooglied 2 en 7 uit het Oude Testament wel wordt gesproken over een appel; een vrucht die zeer zoet smaakt en een heerlijke reuk verspreidt.

Door verder te zoeken kom ik er achter dat in deze tijd alleen de wilde appel in Israël voorkwam en die was verre van zoet. Het is bekend dat mensen sinds 11.00 jaar in Europa wilde appels verzamelen maar de oudste bewijzen dat mensen appels kweekten werd weliswaar gevonden in Israël, maar zijn van 3000 jaar oud: veel later dan Adam en Eva van de ‘appel’ aten.

Het zou dus goed kunnen zijn dat Adam en Eva niet onder een appelboom stonden. Of Adam en Eva onder een vijgenboom stonden, daar zal ik niet achter komen. Ergens in mij roert opnieuw mijn gevoel van onrechtvaardigheid over de schuld die Eva in de uitleg van het verhaal over het Paradijs wordt toegedicht. Maar de vijgen zijn inmiddels van meer betekenis voor me. En de appelboom van Adam en Eva in het Paradijs brengt me een andere boom in herinnering. Een boom waar ook een slang in huisde.

Uit de dozen in de schuur vis ik het boek ‘de weg van Inanna’. Inanna is godin in de tijd van Soemerie, gelegen in het huidige Irak. Inanna vindt een huluppuboom aan de oevers van de Eufraat en neemt hem mee naar haar heilige tuin. Ze zorgt voor de boom en in de jaren die voorbij gaan nemen een slang, een vogel en de duistere Lilith hun intrek in de boom. Lilith is mij bekend als de vrije onafhankelijke vrouw die niet onder Adam wilde liggen, en in 16de eeuw ontstane joodse kabbalistische geschriften weergegeven wordt als symbool van verleiding en zinnelijke begeert, én verworden tot godin van het kwaad.

De naam huluppuboom kwam mij eigenlijk altijd voor als een fantasieboom. Internet vertelt mij dat het een moerbeiboom is. Volgens de plantkunde behoort de wilde vijgenboom of Egyptische vijgenboom (ook wel moerbeivijgenboom, vijgenmoerbei, sycamorevijg of sycomoor genoemd) tot de moerbeifamilie.

De -zwarte- moerbeiboom is waarschijnlijk via Iran naar Israël geïmporteerd. De zwarte moerbeiboom wordt voornamelijk gekweekt vanwege de vruchten, die sterk op frambozen en bramen lijken. Een trosje vruchten heeft het model van een vijg, vandaar dat in het Oude Testament ook wordt gesproken over moerbeivijgen. Pas tijdens de regering van koning Salomo, na de tijd van Adam en Eva, wordt in de Bijbel over moerbeibomen verhaald.

Ooit heb ik geluisterd naar het verhaal van Innana, dat was een hele zit voor mij. Nu ben ik geboeid en lees ik het verhaal van Inanna zonder moeite. Op internet vind ik dat de kleitabletten uit Soemerie zijn gevonden in de ruïnes van Nippur rond de eeuwwisseling van de 19de naar de 20ste eeuw. Wetenschappers hebben deze duizenden tabletten ontcijfert en deze oudste bekende mythe ter wereld kunnen blootleggen. Het betreft een cultuur die zich ontplooide vanaf 5000 voor Christus. Op de kleitabletten worden een groot aantal verschillende onderwerpen op behandeld, van economische, bouwkundige, militaire en staatskundige activiteiten tot wetenschap, literatuur en religie. De kleitabletten dateren van rond 1750 voor Christus maar de mythe van Inanna moet  vele duizenden jaren ouder zijn en een mondelinge traditie  hebben gekend. Het scheppingsverhaal uit Genesis 1 ontstond in de 6de eeuw voor Christus, en dus 1000 jaar later dan de herkomst van de kleitabletten waarop het verhaal van Inanna is geschreven.

Het is december en ik kijk naar mijn collage met de vijgentaart. Het verhaal van Inanna is ook voor mij, als westerse vrouw anno 2021, een mythe. En zo ook het verhaal over Adam en Eva. Mythen zijn verhalen die van generatie op generatie mondeling zijn overgeleverd. Ze hebben de functie om behoeften en ervaringen van een tijdperk en plaats te vatten, zoals sociale gebruiken en geloofsopvattingen. Ze kunnen zich ontwikkelen in de loop van de tijd, of er kunnen verschillende visies op mythen ontstaan.

Het zou volkomen logisch zijn dat het scheppingsverhaal uit de Bijbel mede ingegeven is door culturele invloeden van scheppingstradities uit het gebied rond de Eufraat en de Tigris. Het zou wel meer dan jammer zijn als gedurende deze overleveringen de vrouwelijke god,  de godin, verdwenen is.

Gelukkig heb ik vijgentaart die ik kan uitdelen.